Fiscale maatregelen uit regeerakkoord kabinet-Rutte III

Het regeerakkoord van het nieuwe kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie is bekend. Hoe zien de fiscale plannen eruit voor de komende kabinetsperiode? En wat betekenen die voor u?

Er gaat fiscaal veel veranderen, zowel voor particulieren als voor ondernemers. Diverse belastingtarieven zijn straks anders. Er komen bijvoorbeeld ook veranderingen in de fiscale behandeling van het eigen huis (het hoofdverblijf).

Hieronder staat een overzicht met enkele kabinetsplannen, onderverdeeld in de categorieën 1) Algemeen, 2) Eigen huis en 3) Ondernemers. In een aantal afzonderlijke blogs gaan wij binnenkort nader in op deze en andere onderwerpen uit het regeerakkoord.

1) Algemeen

‘Sociale vlaktaks’ in box 1

Waarschijnlijk in 2019 komt er een ‘tweeschijvenstelsel’ in box 1 van de inkomstenbelasting. Ook wel ‘sociale vlaktaks’ en ‘tweetaks’ genoemd. Dat betekent dat er dan nog slechts 2 tarieven zijn: een basistarief en een toptarief. Het basistarief van 36,93% blijft tot een belastbaar inkomen van circa €68.600 gelden. Voor belastingbetalers vanaf de AOW-leeftijd geldt een lager tarief omdat zij geen AOW-premie hoeven te betalen. Voor zover het belastbaar inkomen in deze box hoger is dan circa €68.600 is het toptarief 49,5% in 2019.

Aftrekposten stapsgewijs verrekend tegen basistarief

Vanaf 2020 zijn alle aftrekposten in de inkomstenbelasting nog slechts aftrekbaar tegen het dan geldende maximumaftrektarief van de hypotheekrente (2020: 46%). Vervolgens vindt een verdere afbouw naar het basistarief plaats (circa 37%). In 2021 is het aftrektarief 43%. Belastingbetalers kunnen alle aftrekbare kosten dan tegen maximaal dat tarief verrekenen. Zie hieronder bij ‘Eigen huis’ voor de voorgenomen maatregelen voor de hypotheekrenteaftrek.

Veranderingen in de belastingheffing over box 3-vermogen

In box 3 gaat het heffingvrije vermogen tijdens deze kabinetsperiode omhoog naar €30.000 (€60.000 voor fiscaal partners), mogelijk per 2018. In 2017 is deze algemene vrijstelling nog €25.000 (€50.000 voor fiscaal partners). Het nieuwe kabinet wil onder andere dat het rendement over het spaargedeelte voor de belastingheffing beter gaat aansluiten bij het werkelijke rendement. Daarvoor wil het nieuwe kabinet actuelere cijfers gebruiken. Stel dat dat per 2018 ingaat. Voor dat jaar gaat het dan om de gemiddelde spaarrente tussen juli 2016 (t-2) en juni 2017 (t-1).

Hoger btw-tarief op dagelijkse boodschappen

De dagelijkse boodschappen worden per 2019 duurder. Het lage BTW-tarief gaat dan van 6% naar 9%.

2) Eigen huis

Lager eigenwoningforfait

Het eigenwoningforfait, de bijtelling voor de eigenaar-bewoner, gaat waarschijnlijk per 2020 omlaag met 0,15%-punt. Het gaat om huizen met een WOZ-waarde tussen €75.000 en ruim €1 miljoen.

‘Hillen-aftrek’ gefaseerd afgeschaft

Als het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare (rente)kosten, dan zorgt een bepaalde aftrekpost ervoor dat dit positieve saldo tot nihil wordt verminderd. Deze ‘Hillen-aftrek’, een initiatief van het vroegere CDA-Kamerlid Hillen, is gunstig voor belastingbetalers die geen of een kleine eigenwoningschuld hebben. Deze aftrekpost komt gefaseerd te vervallen. Hiervoor trekt de regering een periode van 30 jaar uit. Deze periode begint waarschijnlijk in 2019.

Verdere beperking hypotheekrenteaftrek

Het nieuwe kabinet wil de hypotheekrenteaftrek vanaf 2020 verder beperken. In 2018 en 2019 is het maximale aftrektarief van de hypotheekrente nog respectievelijk 49,5% en 49%. Op basis van het regeerakkoord gaat de maximale aftrek in de periode 2020-2023 vervolgens steeds met 3%-punten omlaag. Deze tarieven zijn dan als volgt: 2020: 46%, 2021: 43%, 2022: 40% en 2023: 37%.

3) Ondernemers

Tarief in box 2 stapsgewijs omhoog

In box 2 wordt het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang belast, zoals dividend en de verkoopwinst op aanmerkelijkbelangaandelen. Het betreft in de praktijk vooral de directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een BV. Het gaat bijvoorbeeld al om aandeelhouders van een BV met een aandelenbelang van minimaal 5%, eventueel samen met directe familieleden. Het tarief in deze box gaat volgens het regeerakkoord stapsgewijs omhoog. In 2017 is dat tarief nog 25%. In 2020 gaat dat omhoog naar 27,3% en in 2021 naar 28,5%.

Lagere winstbelasting voor BV’s etc.

Onder andere BV’s gaan vanaf 2019 minder vennootschapsbelasting betalen over hun belastbare winst. Er zijn 2 tarieven. In 2017 is het tarief 20% voor de eerste €200.000 aan belastbare winst. Voor zover deze winst hoger is, is het tarief 25%. Voor 2018 lag al vast dat deze eerste belastingschijf van €200.000 zou worden verruimd tot €250.000. Het kabinet draait die maatregel terug, waardoor voor 2018 dezelfde regeling voor de tarieven gaat gelden als voor 2017. Vanaf 2019 gaan beide tarieven omlaag: in 2019: 19% en 24%, in 2020: 17,5% en 22,5% en in 2021: 16% en 21%.

Afschaffing dividendbelasting

Het nieuwe kabinet gaat waarschijnlijk in 2020 de dividendbelasting afschaffen. In 2017 is het tarief van de dividendbelasting 15%. Er komt wel een bronheffing op rente en royalty’s. Het gaat om uitgaande financiële stromen naar landen met zeer lage belastingen.

Na het regeerakkoord

Nu er een regeerakkoord is, zal formateur Rutte zijn nieuwe regeringsploeg gaan samenstellen. Naar verwachting zal de koning het nieuwe kabinet-Rutte III nog in oktober 2017 beëdigen op Paleis Noordeinde in Den Haag. Vervolgens kunnen de nieuwe bewindslieden aan de slag. De maatregelen moeten uiteindelijk worden omgezet in wetsvoorstellen. Tijdens de parlementaire behandeling kan dan in principe altijd nog wat veranderen. Uiterlijk woensdag 17 maart 2021 zijn er weer nieuwe Tweede Kamerverkiezingen.

Bron: financialfocus.abnamro.nl/ 10 oktober 2017