Overdrachtsbelasting: wie betaalt wel en wie niet

Vrijstelling overdrachtsbelasting woningkopers tot 35 jaar

Kopers van 18 tot 35 jaar betalen eenmalig geen overdrachtsbelasting bij aankoop van een woning. Dat maakt de aankoop van een woning voor hen een stuk goedkoper. Vanaf 1 januari 2024 geldt aanvullend dat de woning niet duurder mag zijn dan € 510.000. Kopers van 35 jaar of ouder die in de woning gaan wonen, betalen 2%. Beleggers gaan 10,4% betalen. De overheid wil met deze maatregelen starters en doorstromers meer kansen geven op de woningmarkt.

Voorwaarden voor de startersvrijstelling overdrachtsbelasting

De koper moet voldoen aan een aantal voorwaarden om gebruik te maken van de vrijstelling overdrachtsbelasting.

  • De koper is meerderjarig (18) en jonger dan 35 jaar.
  • De koper koopt een woning.
  • De koper heeft de startersvrijstelling voor overdrachtsbelasting niet eerder ontvangen en verklaart dit schriftelijk.
  • De koper gaat zelf in de woning wonen (het zogenoemde hoofdverblijfcriterium) en verklaart dit schriftelijk.
  • De woning is niet duurder dan € 510.000.

1 van kopers 35 jaar of ouder: geen vrijstelling over eigen deel

De vrijstelling geldt voor iedere koper afzonderlijk. Is één van de kopers 35 jaar of ouder en de ander jonger dan 35 jaar? Dan betaalt de persoon van 35 jaar of ouder over zijn/haar deel 2% belasting. De persoon die jonger is dan 35 jaar betaalt geen belasting over zijn/haar deel (als hij/zij ook voldoet aan de andere voorwaarden).

Woning hoeft niet eerste koopwoning te zijn voor vrijstelling

Voor de vrijstelling maakt het niet uit of de koper al eerder een woning heeft gehad. De woning hoeft dus niet de eerste koopwoning van de koper te zijn voor de vrijstelling.

Koper heeft verklaring nodig voor vrijstelling

De koper heeft een schriftelijke verklaring nodig om gebruik te maken van de vrijstelling van overdrachtsbelasting. Daarin verklaart de koper dat hij aan bepaalde voorwaarden voor de vrijstelling voldoet. Dat is de voorwaarde van zelfbewoning en de voorwaarde dat de vrijstelling niet eerder is gebruikt. De koper geeft de verklaring af aan de notaris.

10,4% overdrachtsbelasting vanaf 2024 als woning niet hoofdverblijf is

Kopers betalen vanaf 1 januari 2024 10,4% overdrachtsbelasting als ze niet zelf in de woning gaan wonen. Bijvoorbeeld als ze de woning:

  • verhuren;
  • als vakantiewoning gebruiken;
  • voor een kind kopen.

Wie gebruik wil maken van de vrijstelling, moet de nieuwe woning als hoofdverblijf gebruiken. Dat betekent dat de koper zich inschrijft bij de gemeente en er ook zijn leven opbouwt (zoals sportactiviteiten, school, gebedshuis, kinderopvang, vrienden, familie). Dit kan maar 1 woning zijn. Om die reden vallen tweede woningen en vakantiehuizen, ook als zij niet worden verhuurd, ook onder het 10,4% tarief.  

Bron: www.rijksoverheid.nl

“Alpha Relatiebeëindiging” Vanaf 1 mei 2018 gaan wij full service bieden op het gebied van relatiebeëindiging.

Wist u dat het aantal echtscheidingen in 2016 (33.414) is verdrievoudigd t.o.v. 1970 (10.317) en zelfs verzesvoudigd t.o.v. 1960 (5.672).

(bron: Centraal Bureau voor Statistiek)

Het is dan ook niet vreemd dat we regelmatig te maken krijgen met relatie- beëindiging en alle problematiek daar omheen.

Vanaf 1 mei 2018 gaan wij full service bieden op het gebied van relatiebeëindiging.

Nicole van Santen, Erkend Financieel Adviseur, in dienst bij Alpha sinds 1991 heeft haar opleiding tot Financieel Echtscheidingsadviseur afgerond en is een volwaardige gesprekspartner voor klant, notaris en accountant.

Uiteraard hopen we dat u niet van onze service gebruik hoeft te maken als het gaat om het verbreken van de relatie.

Maar wellicht kent u iemand in de familie- en/of kennissen-/ vriendenkring die onze service wel nodig heeft. Wij stellen het op prijs als u ze doorverwijst naar Alpha Relatiebeëindiging. Iedereen heeft tenslotte baat bij professionele begeleiding en hoogwaardige service.

Contactgegevens:
Alpha Relatiebeëindiging
Utrechtstraat 104
2408 GS  Alphen aan den Rijn
Tel.:  0172 44 61 90
Fax:  0172 44 61 81
Email: n.vansanten@alpharelatiebeeindiging.nl
Internet: www.alpharelatiebeeindiging.nl

 

Vanaf 1 januari 2018: beperkte gemeenschap van goederen

Waar heb ik recht op als ik trouw in gemeenschap van goederen?

Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, geldt automatisch de wettelijke gemeenschap van goederen. Alle bestaande en toekomstige bezittingen en schulden zijn van u en uw partner samen. Bij scheiding krijgen beide partijen 50% van alle bezittingen en schulden. Vanaf 1 januari 2018 gelden er nieuwe regels. Dan geldt een beperkte gemeenschap van goederen.

In gemeenschap van goederen of onder voorwaarden

Als u gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap sluit kunt u kiezen uit:

  • trouwen in beperkte gemeenschap van goederen;
  • trouwen onder huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden.

Als u geen keuze maakt, trouwt u automatisch in beperkte gemeenschap van goederen.

Voor 1 januari 2018: trouwen in gemeenschap van goederen

Trouwt u voor 1 januari 2018 in gemeenschap van goederen? Dan gelden voor u de volgende regels:

  • Alle bestaande en toekomstige bezittingen en schulden zijn van u en uw partner samen.
  • Erfenissen en schenkingen vallen in de gemeenschap van goederen. Soms en onder bepaalde voorwaarden vallen bezittingen en schulden hier buiten. Bijvoorbeeld bij een erfenis als de erflater dat zo heeft bepaald.
  • Een eigen onderneming valt automatisch in de gemeenschap van goederen. Schuldeisers kunnen dan op alle gezamenlijke bezittingen verhaal halen.
  • Bij scheiding krijgen u en uw partner 50% van alle bezittingen en schulden.

Vanaf 1 januari 2018: beperkte gemeenschap van goederen

Trouwt u op of na 1 januari 2018 in gemeenschap van goederen? Dan geldt automatisch een beperkte gemeenschap van goederen. Hieronder vallen:

  • Bezittingen en schulden die vóór het huwelijk of geregistreerd partnerschap van u en uw partner samen waren.
  • Bezittingen en schulden die u en uw partner tijdens het huwelijk of het geregistreerd partnerschap krijgen.
  • Een onderneming als u deze tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap start.

Bij scheiding krijgen u en uw partner beiden 50% van alle bezittingen en schulden die in de wettelijke gemeenschap van goederen vallen.

Bij beperkte gemeenschap van goederen is niet alles van u samen

Vanaf 1 januari 2018 vallen niet meer alle bezittingen en schulden in de gemeenschap van goederen:

  • Bezittingen en schulden die alleen van u waren voor het huwelijk of geregistreerd partnerschap blijven alleen van u.
  • Erfenissen of schenkingen die u voor of tijdens het huwelijk krijgt blijven van u. De erflater of schenker kan wel in het testament bepalen dat uw partner ook een deel krijgt.
  • Bestond een eigen onderneming al voor het huwelijk of geregistreerd partnerschap? Dan blijft deze privé. De partner die de onderneming drijft, moet een vergoeding betalen aan de andere partner. Vergelijkbaar met salaris dat in de gemeenschap van goederen valt.

Bewijs van eigendom persoonlijke bezittingen

Bij een scheiding moet u kunnen aantonen dat de bezittingen die buiten de gemeenschap van goederen zijn gevallen, van u alleen zijn. Het is daarom verstandig om van belangrijke bezittingen bijvoorbeeld de aankoopnota te bewaren.

Bij erfenissen of grote schenkingen is het verstandig het testament of de schenkingsakte te bewaren. Of andere documenten over de verdeling van de erfenis. Kunt u niet aantonen dat de bezittingen van u zijn? Dan krijgt uw ex-partner bij scheiding de helft van uw bezittingen.

Huwelijkse voorwaarden of partnervoorwaarden

Wilt u niet in beperkte gemeenschap van goederen trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan? Dan kunt u bij de notaris huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden afsluiten.

Wilt u tijdens uw huwelijk de beperkte gemeenschap van goederen omzetten in huwelijkse voorwaarden? Of uw beperkte gemeenschap van goederen omzetten in partnervoorwaarden? Uw notaris kan u hier verder over informeren.

Uw keuze staat los van de rechten en plichten binnen het huwelijk of het geregistreerd partnerschap.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Fiscale maatregelen uit regeerakkoord kabinet-Rutte III

Het regeerakkoord van het nieuwe kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie is bekend. Hoe zien de fiscale plannen eruit voor de komende kabinetsperiode? En wat betekenen die voor u?

Er gaat fiscaal veel veranderen, zowel voor particulieren als voor ondernemers. Diverse belastingtarieven zijn straks anders. Er komen bijvoorbeeld ook veranderingen in de fiscale behandeling van het eigen huis (het hoofdverblijf).

Hieronder staat een overzicht met enkele kabinetsplannen, onderverdeeld in de categorieën 1) Algemeen, 2) Eigen huis en 3) Ondernemers. In een aantal afzonderlijke blogs gaan wij binnenkort nader in op deze en andere onderwerpen uit het regeerakkoord.

1) Algemeen

‘Sociale vlaktaks’ in box 1

Waarschijnlijk in 2019 komt er een ‘tweeschijvenstelsel’ in box 1 van de inkomstenbelasting. Ook wel ‘sociale vlaktaks’ en ‘tweetaks’ genoemd. Dat betekent dat er dan nog slechts 2 tarieven zijn: een basistarief en een toptarief. Het basistarief van 36,93% blijft tot een belastbaar inkomen van circa €68.600 gelden. Voor belastingbetalers vanaf de AOW-leeftijd geldt een lager tarief omdat zij geen AOW-premie hoeven te betalen. Voor zover het belastbaar inkomen in deze box hoger is dan circa €68.600 is het toptarief 49,5% in 2019.

Aftrekposten stapsgewijs verrekend tegen basistarief

Vanaf 2020 zijn alle aftrekposten in de inkomstenbelasting nog slechts aftrekbaar tegen het dan geldende maximumaftrektarief van de hypotheekrente (2020: 46%). Vervolgens vindt een verdere afbouw naar het basistarief plaats (circa 37%). In 2021 is het aftrektarief 43%. Belastingbetalers kunnen alle aftrekbare kosten dan tegen maximaal dat tarief verrekenen. Zie hieronder bij ‘Eigen huis’ voor de voorgenomen maatregelen voor de hypotheekrenteaftrek.

Veranderingen in de belastingheffing over box 3-vermogen

In box 3 gaat het heffingvrije vermogen tijdens deze kabinetsperiode omhoog naar €30.000 (€60.000 voor fiscaal partners), mogelijk per 2018. In 2017 is deze algemene vrijstelling nog €25.000 (€50.000 voor fiscaal partners). Het nieuwe kabinet wil onder andere dat het rendement over het spaargedeelte voor de belastingheffing beter gaat aansluiten bij het werkelijke rendement. Daarvoor wil het nieuwe kabinet actuelere cijfers gebruiken. Stel dat dat per 2018 ingaat. Voor dat jaar gaat het dan om de gemiddelde spaarrente tussen juli 2016 (t-2) en juni 2017 (t-1).

Hoger btw-tarief op dagelijkse boodschappen

De dagelijkse boodschappen worden per 2019 duurder. Het lage BTW-tarief gaat dan van 6% naar 9%.

2) Eigen huis

Lager eigenwoningforfait

Het eigenwoningforfait, de bijtelling voor de eigenaar-bewoner, gaat waarschijnlijk per 2020 omlaag met 0,15%-punt. Het gaat om huizen met een WOZ-waarde tussen €75.000 en ruim €1 miljoen.

‘Hillen-aftrek’ gefaseerd afgeschaft

Als het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare (rente)kosten, dan zorgt een bepaalde aftrekpost ervoor dat dit positieve saldo tot nihil wordt verminderd. Deze ‘Hillen-aftrek’, een initiatief van het vroegere CDA-Kamerlid Hillen, is gunstig voor belastingbetalers die geen of een kleine eigenwoningschuld hebben. Deze aftrekpost komt gefaseerd te vervallen. Hiervoor trekt de regering een periode van 30 jaar uit. Deze periode begint waarschijnlijk in 2019.

Verdere beperking hypotheekrenteaftrek

Het nieuwe kabinet wil de hypotheekrenteaftrek vanaf 2020 verder beperken. In 2018 en 2019 is het maximale aftrektarief van de hypotheekrente nog respectievelijk 49,5% en 49%. Op basis van het regeerakkoord gaat de maximale aftrek in de periode 2020-2023 vervolgens steeds met 3%-punten omlaag. Deze tarieven zijn dan als volgt: 2020: 46%, 2021: 43%, 2022: 40% en 2023: 37%.

3) Ondernemers

Tarief in box 2 stapsgewijs omhoog

In box 2 wordt het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang belast, zoals dividend en de verkoopwinst op aanmerkelijkbelangaandelen. Het betreft in de praktijk vooral de directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een BV. Het gaat bijvoorbeeld al om aandeelhouders van een BV met een aandelenbelang van minimaal 5%, eventueel samen met directe familieleden. Het tarief in deze box gaat volgens het regeerakkoord stapsgewijs omhoog. In 2017 is dat tarief nog 25%. In 2020 gaat dat omhoog naar 27,3% en in 2021 naar 28,5%.

Lagere winstbelasting voor BV’s etc.

Onder andere BV’s gaan vanaf 2019 minder vennootschapsbelasting betalen over hun belastbare winst. Er zijn 2 tarieven. In 2017 is het tarief 20% voor de eerste €200.000 aan belastbare winst. Voor zover deze winst hoger is, is het tarief 25%. Voor 2018 lag al vast dat deze eerste belastingschijf van €200.000 zou worden verruimd tot €250.000. Het kabinet draait die maatregel terug, waardoor voor 2018 dezelfde regeling voor de tarieven gaat gelden als voor 2017. Vanaf 2019 gaan beide tarieven omlaag: in 2019: 19% en 24%, in 2020: 17,5% en 22,5% en in 2021: 16% en 21%.

Afschaffing dividendbelasting

Het nieuwe kabinet gaat waarschijnlijk in 2020 de dividendbelasting afschaffen. In 2017 is het tarief van de dividendbelasting 15%. Er komt wel een bronheffing op rente en royalty’s. Het gaat om uitgaande financiële stromen naar landen met zeer lage belastingen.

Na het regeerakkoord

Nu er een regeerakkoord is, zal formateur Rutte zijn nieuwe regeringsploeg gaan samenstellen. Naar verwachting zal de koning het nieuwe kabinet-Rutte III nog in oktober 2017 beëdigen op Paleis Noordeinde in Den Haag. Vervolgens kunnen de nieuwe bewindslieden aan de slag. De maatregelen moeten uiteindelijk worden omgezet in wetsvoorstellen. Tijdens de parlementaire behandeling kan dan in principe altijd nog wat veranderen. Uiterlijk woensdag 17 maart 2021 zijn er weer nieuwe Tweede Kamerverkiezingen.

Bron: financialfocus.abnamro.nl/ 10 oktober 2017

Hogere hypotheek voor tweeverdieners: wat brengt 2018 ons nog meer?

Veel Nederlanders krijgen te maken met veranderingen die op 1 januari 2018 zijn ingegaan, maar het zijn vooral trouwlustigen, huizenkopers en woningbezitters die hun huis met verlies verkopen die de gevolgen zullen merken. Het huwelijksvermogensrecht verandert, stellen kunnen iets meer lenen bij de aankoop van een huis en er komt een einde aan de aftrekbaarheid van de rente bij een restschuld die in 2018 ontstaat.

Hogere hypotheek voor tweeverdieners: wat brengt 2018 ons nog meer?

Vanaf 1 januari trouwt iedereen standaard in beperkte gemeenschap van goederen. Schulden of bezittingen die uitsluitend van een van de partners zijn, vallen buiten de gemeenschap. Bezittingen en schulden die van beide partners samen zijn, blijven dit ook na een huwelijk. Wel worden partners door het huwelijk ieder voor de helft eigenaar van de gezamenlijke bezittingen. Ook als hier bij de aankoop voor het huwelijk andere afspraken over zijn gemaakt. Wil je het anders regelen? Dan moet je naar de notaris.

Financiële gevolgen voor huizenkopers

Tweeverdieners en mensen met een hoger inkomen die in het nieuwe jaar een huis kopen, kunnen meer lenen voor hun hypotheek dan nu. Vanwege de stijging van de huizenprijzen gaat ook de Nationale Hypotheek Garantie omhoog. Wel gaat het maximale hypotheekbedrag omlaag naar 100% van de woningwaarde.

Einde aftrekbaarheid rente restschuld

Wie na 1 januari 2018 zijn huis verkoopt met verlies en geld moet lenen om het verschil te overbruggen, heeft geen recht meer op belastingaftrek van deze rente. Voor wie nu al rente betaalt over zijn restschuld verandert er per 1 januari niets en blijft de termijn van 15 jaar gelden voor de aftrekbaarheid van de rente.

Wat verandert er nog meer? De AOW-leeftijd stijgt met 3 maanden naar 66 jaar. De zorgtoeslag stijgt ook, hoewel het eigen risico gelijk is gebleven.

Persoonlijke situatie

De veranderingen in geldzaken pakken niet voor iedereen hetzelfde uit en hangen af van de persoonlijke situatie. Wijzer in geldzaken bedacht de online tool ‘Wat betekent dit voor mij?’, waarmee de gevolgen voor de persoonlijke financiële situatie inzichtelijk worden gemaakt.

Bron: amweb.nl/ 2 januari 2018

Nieuwe wet: trouwen in beperkte gemeenschap van goederen

Het initiatiefvoorstel ‘Beperking Wettelijke gemeenschap van goederen’

Met het initiatiefvoorstel is het de bedoeling dat je in de toekomst, als er geen huwelijkse voorwaarden zijn opgesteld, niet automatisch in gemeenschap van goederen trouwt. Wel trouw je dan in een beperkte gemeenschap van goederen. Dit houdt in dat bezittingen en schulden die vóór het huwelijk zijn gemaakt niet meer worden verdeeld na een scheiding. Ook erfenissen en schenkingen vallen er automatisch buiten, behalve in als er in het testament of bij de schenking een insluitingsclausule van toepassing is verklaard. In dat geval moeten schenkingen en erfenissen bij scheiding worden verdeeld.
Kortom, met de komst van het initiatiefvoorstel worden alleen de bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk zijn verkregen gedeeld.

Kritiek

Het initiatiefvoorstel is met de kleinste meerderheid in de Eerste Kamer aangenomen (38 tegen 37 stemmen). Dit betekent dat er niet een breed draagvlak voor het voorstel is. De tegenstanders zijn vooral bang voor rechtsonzekerheid en voorzien grote uitvoeringsproblemen. Er moet tijdens het huwelijk namelijk administratief heel goed worden bijgehouden wat tot welk vermogen behoort om bij scheiding tot een juiste verdeling te kunnen komen. In het verleden werd bij huwelijkse voorwaarden vaak afgesproken dat wat jaarlijks overbleef van het inkomen tussen de partners moest worden verrekend. Er is echter gebleken dat dit in het overgrote deel van de gevallen niet gebeurde, wat geleid heeft tot problematische echtscheidingen. Hoe zou de nieuwe wet op dat gebied uitpakken?

Inwerkingtreding van de wet

De nieuwe wet treedt op 1 januari 2018 in werking.

Bron: lambeckharms.nl/ 6 april 2017